Alles van waarde is weerloos

Gemiddeld gebaseerd op 0 reviews
0 van de 5 gebaseerd op 0 reviews

Beluister hier alle podcast afleveringen van Alles van waarde is weerloos

Totaal 50 afleveringen

“Alles van waarde is weerloos”, de podcast waarin ik, Allard Amelink, op zoek ga naar de mooiste gedichten uit het Nederlands taalgebied. Dat doe ik door jou als luisteraar te vragen naar je favoriete gedicht. Zo bouwen we samen een canon van de mooiste poëzie.

Bonusaflevering: “Dagsluiting” van Gerard Reve (door Allard Amelink) 05:07
do 11 jun 2020

Bonusaflevering: “Dagsluiting” van Gerard Reve (door Allard Amelink)

DAGSLUITING Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt zoals ik U.

“Voor een dag van morgen” van Hans Andreus (door Frits Spits) 05:53
wo 10 jun 2020

“Voor een dag van morgen” van Hans Andreus (door Frits Spits)

VOOR EEN DAG VAN MORGEN Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens, ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.

“Verdwenen esdoorn” van Rutger Kopland (door Monique Peltenburg) 03:33
di 9 jun 2020

“Verdwenen esdoorn” van Rutger Kopland (door Monique Peltenburg)

VERDWENEN ESDOORN Hij stond al die jaren voor mijn raam en ik zag hoe hij steeds langer stond dood te gaan nu is hij weg – ik zie hem alleen nog voor me als ik aan hem denk als ik door de ruimte kijk boven de lege plek waar hij leefde hoe vanzelfsprekend is ook nu dit uitzicht

“Stilstaan” van Gil vander Heyden (door Quirijn De Kraker) 05:59
ma 8 jun 2020

“Stilstaan” van Gil vander Heyden (door Quirijn De Kraker)

STILSTAAN Vanmorgen horloge gepakt: staat stil. Kapot. Niks meer aan te doen. Op het balkon gezeten. Broodje kaas gegeten. Poes gestreeld. Geraniums water gegeven. Radio aangezet. Gewenst dat niet alleen mijn horloge maar ook deze dag stil zou blijven staan.

“XIV” van W.F. Hermans (door Marie-Christine Rynja) 03:11
vr 5 jun 2020

“XIV” van W.F. Hermans (door Marie-Christine Rynja)

XIV Als kleine vogels nestelden je handen in de bonten mouwen van je mantel. Fladderden over de breede randen, Je vingers beurtelings vleugels of halzen, Je glanzende nagels roze snavels. Je wimpers waren kleine waaiers, Die je bezwerend neer kon slaan, Voor wat je te zeer zou hebben ontdaan, Of wat in je oogen kon ontstaan. Maar soms ontgingen hen toch je tranen.

“Phoenix” van Hendrik Marsman (door Gertjan Endedijk) 04:27
do 4 jun 2020

“Phoenix” van Hendrik Marsman (door Gertjan Endedijk)

PHOENIX Vlam in mij, laai weer op; hart in mij, heb geduld, verdubbel het vertrouwen - vogel in mij, laat zich opnieuw ontvouwen de vleugelen, de nu nog moede en grauwe; o, wiek nu op uit de verbrande takken en laat den moed en uwe vaart niet zakken; het nest is goed, maar het heelal is ruimer.

“Wie” van Derek Otte (door Judith Bokhove) 04:40
wo 3 jun 2020

“Wie” van Derek Otte (door Judith Bokhove)

WIE wie heeft er wat tijd raadt dat ik vecht kent de monsters onder mijn bed hoort mijn stilte geeft me wat hoop weet van de wolk boven mijn hoofd wie kijkt naar me om zegt me gedag ziet het verdriet achter mijn lach stelt me in staat biedt vaste grond vraagt hoe het gaat en… hoe dat komt

“Wilhelmus” toegeschreven aan Filips van Marnix van St. Aldegonde (door Andreas Vos) 07:06
di 2 jun 2020

“Wilhelmus” toegeschreven aan Filips van Marnix van St. Aldegonde (door Andreas Vos)

Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd. In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment. Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag. Lijf ende goed tezamen heb ik u niet verschoond, mijn broeders, hoog van namen hebben 't u ook vertoond Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in 't eeuwig leven verwacht den jongsten dag. Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd. Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt. Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar Dijn, dat zij mij niet verrassen in haren bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed. Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot. Na 't zuur zal ik ontvangen van God, mijn Heer, het zoet, daar na zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: welk is, dat ik mag sterven met ere in het veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held. Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt. Als een prins opgezeten met mijner heireskracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig in dat veld. Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd. Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond. Oorlof mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, 't zal hier haast zijn gedaan. Voor God wil ik belijden en Zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in den gerechtigheid.

“Soms moet dat”  van Lieke Marsman (door Marije Van Beek) 09:35
vr 29 mei 2020

“Soms moet dat” van Lieke Marsman (door Marije Van Beek)

SOMS MOET DAT Ik sta met mijn open mond vol geluk te wachten tot iemand het eruit pakt wil je het geluk uit mijn keel pakken zodat ik er niet langer over struikel tijdens het praten misschien zou je kunnen luisteren op de kruk bij mijn knie kunnen zitten zeggen dat je iets leuks gaat doen dit weekend dat je van alles van plan bent en vragen of ik daar de uitvoering van wil worden misschien kun je mijn hand vasthouden als we nog eens samen voor een winkelruit ons af staan te vragen hoeveel de papieren vogel kost of zou je je wang in het kuiltje van mijn schouderblad kunnen leggen tijdens het strijkorkest zoals een egel die zich met het zachte stukje van zijn bestaan terugtrekt in de schaduw van twee struiken in juli en meer nog dan dit zou je de luidspreker uit mij handen kunnen trekken als ik weer eens op blote voeten sta te stampen met al het goede uit een dag op mijn lippen zou je kunnen zeggen stil maar ook als je fluistert wordt er naar je geluisterd misschien zeg ik is er niemand die wil horen wat je zegt omdat je aan mensen niet iets kunt hangen zoals jij doet enkel rond kunt hangen in de zweetlucht van je jeugd terwijl er nergens iemand klaarstaat met een zonnige waterspuit nee je moet zelf door de zomersproeier lopen in je mickey mouse-zwempak of veertien jaar later in je supermarktschort en als men vraagt waarom schrijf je in hemelsnaam nog gedichten antwoord dan omdat mensen niet onder mijn tong blijven liggen omdat je gedichten stil kunt laten staan als een luisterend oor tegen je schokkende borstkas omdat poëzie aan je ribben is gaan rusten en een verband heeft aangelegd met jouw verhaal.

“Herinnering aan Holland” van Hendrik Marsman (door Cees Zweistra) 05:52
do 28 mei 2020

“Herinnering aan Holland” van Hendrik Marsman (door Cees Zweistra)

HERINNERING AAN HOLLAND Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hooge pluimen aan den einder staan; en in de geweldige ruimte verzonken de boerderijen verspreid door het land, boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen in een grootsch verband. de lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord, en in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.